'Hoe heeft u de telefoon dan aangesloten?', wilde het meisje van KPN weten. 'Gewoon', zei ik, met nauwelijks verholen woede, 'het kabeltje zit in mijn achterste'.
Ze kon er niet om lachen. Ik ook niet.
Sinds een week beschik ik over een 'voordelige keus', oftewel internetplusbellen bij KPN. Ik was enige tijd daarvoor gecapituleerd na een maandenlange strijd met onvermurwbare callcentermedewerkers. 'Vooruit dan maar', had ik gefluisterd. Ondanks mijn smeekbede mij niet nog meer aansluitmateriaal op te sturen, kreeg ik opnieuw een pakketje. Volgens de begeleidende folder was aansluiten kinderlijk eenvoudig: 'dit kan zelfs een seniele dwerg!', stond er aanmoedigend.
Maar bij mij lukte het niet. Ik kan wel gebeld worden als ik de kabeltje in het modem stop, maar zelf niet bellen. Ook niet het speciale nummer om de aansluiting te voltooien. 'Weet u wij dat noemen? De happy call', kwetterde het KPN-meisje. Ik zou al dolgelukkig zijn als het gewoon een keer zou werken, maar dat zei ik niet hardop, bang dat de stroom verwensingen die ik ternauwernood achter mijn huig wist te houden, alsnog los zou breken. En dan hangen ze op, weet ik inmiddels.
Na ruim tien minuten wachten bleek dat ik het niet goed gedaan had. De splitter, die er volgens de begeleidende juichfolder ('zo makkelijk dat ook ongeboren kinderen kunnen bellen!') echt tussen hoorde, moest ik maar niet gebruiken. 'Maar ik heb het toch precies volgens de gebruiksaanwijzing gedaan', protesteerde ik.
'Ach ja, die folder. Dit werkt vaak beter, meneer. Succes ermee.'
Ze heeft trouwens geen gelijk. Zonder splitter werkt het ook niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten