Maar de dood is mij vreemd, ontdekte ik afgelopen week. Ik bezocht het lichaam van mijn oma, opgebaard in een piepklein kamertje. Alles wat ik weet van begrafenissen, komt uit films: trage, lange shots waarin de regen uit de hemel klettert, zakdoeken, huilende mensen, vertrokken gezichten en muziek. Maar het enige geluid in dat kleine kamertje kwam van een compressor die aansloeg, ergens vanonder een laken, om het lichaam te koelen.
Zo ziet dood er dus uit. Tegen de kou uit het kamertje waren mijn herinneringen, hoe warm ook, niet opgewassen. Het duurde tot de koffie die ik bij een oom en tante dronk, voordat die kilte mij helemaal verliet. Het verhaal dat erbij verteld werd, over een kommetje yoghurt vol bizarre ingrediƫnten dat diende als gezichtsmasker ('och meid, hier kun je Ɣlles ingooien', schijnt mijn oma erbij gezegd te hebben), was dan ook hilarisch.
Morgen draag ik de kist een stukje, met het deksel erop. Ik hoop dat ik eventjes moet grinniken.
1 opmerking:
Het zwaarste is, buiten de baar, de kist en het lichaam van de dierbare overledene, dat het het laatste is dat je voor ze kunt doen, en dat eigenlijk al te laat. Ik sta wel eens mompelend aan het graf van mijn moeder, met mijn vrouw of dochter om te laten zien maar het is mosterd na de maaltijd.
Houdt die dood maar op afstand. dat is beter voor je humeur.
Een reactie posten