Een van de lastige onderdelen in het
alledaags sociaal verkeer is afscheid nemen, een situatie die wij
Nederlands gereformeerden met onze rijke traditie van bij elkaar
koffie drinken na de kerk, regelmatig aan den lijve ondervinden. Leuk
dat die gemeenteleden langskomen, maar hoe krijg je ze weer weg?
Er zijn situaties (soms al na vijf
minuten) waarin je het liefst botweg aan zou kondigen dat het bezoek
op moet hoepelen, maar dat lukt alleen op het papier van boekjes met
griezelige titels als 'assertiviteit in tien eenvoudige stappen'. In
werkelijkheid is iedereen overgeleverd aan een fijnzinnige,
nauwelijks waarneembare vorm van interactie tussen bezoek en gastheer
of –vrouw. En daar gaat het vaak mis. Het verschil tussen het
'nou...' of 'dus...' in de betekenis van 'willen jullie nog een
bakkie' en 'we zijn uitgepraat' is levensgroot, maar bestaat bij de
gratie van subtiele nadruk. En als na een iets langer aangehouden
'dusss...' ('ga in vredesnaam weg!') al snel een woord als 'goed'
('ik doe je wat als nu niet gaat!') of 'mooi' ('ik ben bereid ervoor
te betalen') volgt, zou het duidelijk moeten zijn. Dat vergt oefening
en – belangrijker – aanleg.
Een aanzienlijk deel van de bevolking,
kerkvolk incluis, mist deze sociale gevoeligheid. Hoe dan te
handelen?
Met verbeten gerinkel de glazen van
tafel grissen kan helpen, maar schept ook verwachtingen over wat er
vervolgens op tafel komt. Domweg stoppen met converseren lijkt in
eerste instantie een aardige oplossing, maar herbergt het enorme
risico dat de gast zelf een gespreksonderwerp te berde brengt en
aldus belandt bij iets vreselijks als zijn hobby (vleesetende
planten), de hypotheekmarkt ('jij kunt de komende vijfhonderd jaar
zeker ook niet verhuizen?') of – ieks! – zijn
bekeringsgeschiedenis ('heb jij eigenlijk ooit een moment gehad dat
je echt 'ja' hebt gezegd?').
Een flauwte ensceneren moet ronduit
worden afgeraden, of het dient slechts als uiterste noodoplossing
gebruikt te worden (in het geval dat de gastheer of –vrouw niet
meer voor zichzelf in staat). Op het moment zelf is het zeer
effectief, maar het bezoek zal binnen afzienbare tijd opnieuw op de
stoep staan om te zien of het al beter gaat. Dan weer omvallen loopt
in de gaten en men krijgt er praatjes van, wat tot ouderlingenbezoek
kan leiden. En daartegen helpt niets.
Daarom stel ik een teken voor, in
eerste instantie te gebruiken bij Nederlands gereformeerd
koffie-na-de-kerkbezoek, maar daarna wellicht ook in het algemeen.
Een sein dat rekening houdt met alle sociale gevoeligheden, dat
niemand bruuskeert, in al zijn subtiliteit niet mis te verstaan is en
christelijk bovendien, wat kansen biedt op het missionaire vlak: u
sluit de ogen en dankt voor het bezoek. Amen.
3 opmerkingen:
kun je er geen namen bij noemen.
Dat maakt het nog leuker
zeima
:) Mijn man doet het altijd zo: Alle ramen openzetten en als de bezoekers raar kijken of vragen zegt hij: "Oh 5 minuten voor we naar bed gaan zetten we altijd nog even de ramen open" Helpt!!!!!
@Ellen: blijft het kerkbezoek zo lang plakken?
Paul
Een reactie posten